Deze maand we uitgebreid in op de laatste cijfers rondom aantallen winkels, winkelmeters en de impact van online op stenen winkels, geven we aandacht aan recente Rabobank retail publicaties en een hele rits aan recente interviews en publicaties in landelijke en vakpers en beschrijven we een aantal opvallende ontwikkelingen in de sector en voorzien die van commentaar.
Transities bieden kansen voor nieuwe aanbieders met bijzondere concepten. Er zullen altijd kansen zijn en nieuwe winnaars opstaan in deze sector: de omzet blijft significant, net als de sociale meerwaarde in dorpskernen en stadscentra. Richting 2040 liggen er vooral kansen voor ondernemers die de klant centraal stellen en slim inspelen op uitdagingen als digitalisering en verduurzaming. De weg ernaartoe is nog lang, maar is in 2025 al volop in aanbouw. Wij zijn ervan overtuigd: de dynamische detailhandel levert nu én in de toekomst een belangrijke bijdrage aan onze economie en de vitaliteit en leefbaarheid van Nederlandse binnensteden en dorpskernen. Retailers moeten zich ook in 2025 voorbereiden op de groeiende impact van technologie en verduurzaming, terwijl schaarste aan arbeid, ruimte en grondstoffen op de loer liggen. Stel continu de klant centraal, pas de strategie aan waar nodig, excelleer in de executie, digitaliseer en verduurzaam. Zo blijft je als retailer relevant op weg naar een duurzame, toekomstgerichte, circulaire en inclusieve sector.
Bij Rabobank geloven we in de kracht van samenwerking. Vanuit onze coöperatieve mentaliteit zoeken we naar oplossingen en helpen wij stakeholders bij het bevorderen van de onderlinge samenhang en synergie tussen de belangrijke transitie-thema’s innovatie, digitalisering en duurzaamheid. Wij geloven in de noodzaak deze thema’s binnen het Nederlandse bedrijfsleven aan te jagen en daarmee organisaties naar een hoger niveau te tillen zodat iedereen beter wordt en ondernemers duurzaam kunnen groeien. Daarmee geven wij invulling aan onze maatschappelijke rol als coöperatieve bank.
In MT/Sprout bespreekt Ed Sander in ‘Ben jij klaar voor de Chinese blitzstrategie?’ hoe Chinese internetbedrijven zoals Temu en Shein hun groei buiten China zoeken en daarbij hun 'China Speed' inzetten. Deze bedrijven lanceren snel, lossen problemen gaandeweg op en veroveren markten met agressieve strategieën. Hoewel ze in China gewend zijn aan een uniforme markt, stuiten ze in het buitenland op uitdagingen zoals verschillende talen, wetten en culturele verschillen. Toch blijven ze succesvol door hun strategische, efficiënte en flexibele aanpak. Temu bijvoorbeeld, is in minder dan negen maanden gelanceerd en actief in bijna 100 markten. De strategie van deze bedrijven omvat het snel aanpassen aan lokale markten, het gebruik van data om consumentenvoorkeuren te begrijpen en het aanbieden van producten tegen zeer lage prijzen. Dit zorgt ervoor dat ze snel marktaandeel kunnen veroveren, ondanks de uitdagingen die ze tegenkomen. Daarnaast wordt er in het artikel besproken hoe deze bedrijven profiteren van de enorme productiecapaciteit en efficiënte logistiek in China. Dit stelt hen in staat om snel en goedkoop producten te leveren aan klanten wereldwijd. De concurrentie voor Nederlandse bedrijven wordt hierdoor steeds groter, omdat zij vaak niet dezelfde snelheid en efficiëntie kunnen bieden.
Commentaar Rabobank: Ook deze blog is weer een waarschuwing voor veel bedrijven die maar doorslapen en Chinese concurrentie pas serieus nemen als ze deze in hun eigen markten 'ineens' zien opkomen nadat ze al wereldwijd succesvol zijn. Het grote gevaar van een reactieve houding is dat tegen de tijd dat je hét dan eindelijk ziet, het vaak te laat is om er op te kunnen reageren. En dat terwijl je het in China zelf al lang en breed had kunnen zien aankomen. Verdiep jij je al écht in de impact van Chinese internetbedrijven? Naar verwachting raken consumenten gewend aan veel lagere prijzen dan nu normaal in het westen en die nieuwe norm kan impact maken op de gehele non-food detail- en groothandel. Het brein van klanten past zich sneller aan dan toezichthouders of wetgevers. Chinese webwinkels zorgen voor een nieuwe kijk op wat spullen kunnen kosten. En consumenten wennen snel aan die lagere prijzen dan voorheen.
Interesse in dit onderwerp? Lees vooral ook de ondertussen 4 blogs waarin Rabobank sectormanagers Peter van Heerde en Olaf Zwijnenburg in nauwe samenwerking met Ed Sander (θΎεΎ·) en Mathijs de Boer (Head International Desk Asia), de lezer uitdagen om na te denken over mogelijke kansen, bedreigingen, vooroordelen en (eventueel onjuiste) aannames over China als 'fabriek van de wereld' die een beweging maakt naar het Westen. In deel 1 - China als inspirator voor versnelling in innovatie beschrijven we de enorme sprong die het land gemaakt heeft in 30 jaar en de uitdagingen rondom 'nearshoring'. In deel 2 - over disruptieve Chinese platforms - gaan we in op de kracht en snelheid ervan en vraagstukken rondom data en privacy.
In deel 3 - over Chinese rommel? - behandelen we de productie van ‘spullen’ en arbeidsomstandigheden. In onze 4e blog over dit thema van januari 2025 ‘Hoe de strijd tussen platformgiganten de Nederlandse handel raakt’ waarschuwen we dat veel mensen denken dat ze het ergste van Temu al hebben gezien (omdat marketinguitgaven werden teruggeschroefd en de prijzen op het platform verhoogd lijken te worden). Maar die missen de kern: de start met extreem lage prijzen was vooral een fase om veel aandacht te trekken en heel snel marktaandeel te winnen. Temu geeft nog veel meer gas op weg naar de eigen doelstelling van 300 miljard dollar omzet in 2027.
De NOS beschreef recent hoe toezichthouders in Nederland moeite hebben om de grote stroom pakketjes van Chinese webshops zoals Temu en Shein te controleren. Door de populariteit van deze webshops komen er dagelijks ongeveer 1,7 miljoen pakketjes Nederland binnen, wat het onmogelijk maakt om alles te controleren. Volgens de NOS voldoen veel van deze producten niet aan de Europese regelgeving en kunnen dus gevaarlijk zijn. Uit steekproeven blijkt dat 85 tot 95 procent van de producten van deze webshops niet aan de regels voldoet, met risico's zoals losse onderdelen, brandgevaar en verboden stoffen. Toezichthouders pleiten voor strengere regels en een vertegenwoordiger op Europees niveau om de controle te verbeteren.
Commentaar Rabobank: Het is beter niet te klagen maar vooral energie te steken in het écht begrijpen wat er aan de hand is, en vervolgens in te spelen op de nieuwe realiteit. Het is hoog tijd voor iedereen in de non-foodhandel zich écht te verdiepen in de snelheid en impact van nieuwe businessmodellen als Amazon Haul, Temu en SHEIN. De lage prijzen en efficiënte logistiek dwingen de lokale concurrentie om prijzen te verlagen. Dat is voordelig voor consumenten maar zet druk op bestaande marges, duurzaamheid en verdienmodellen van Nederlandse retailers. Strengere wet- en regelgeving en duurzame innovaties zullen de markt moeten transformeren, waarbij ook consumenten een belangrijke rol spelen.
In onze Rabobank Sectorvisie Detailhandel non-food 2040 voorzien we een groeiende internationale platformeconomie die de waardeketen van de Europese detailhandel verder onder druk zet. Een gelijk(er) speelveld op Europees niveau is noodzakelijk voor een toekomstbestendige Nederlandse detailhandel. We begrijpen en ondersteunen de oproep tot uniforme wet- en regelgeving die van belang is voor een gelijk speelveld binnen Europa en waar ook retailers (en merken en platforms) van buiten de EU zich aan moeten houden. Als de consument niet beweegt, en de markt daardoor (financiële) incentives ontbreekt om sneller te verduurzamen, zit er nog maar één ding op: strengere Europese wetgeving. Meer én steeds strengere wet- en regelgeving de komende jaren zal zorgen voor een gelijk(er) speelveld waarin consumenten op den duur geen andere keus hebben dan het kopen van duurzame producten.
De tweedehands kledingmarkt groeit snel en zal naar verwachting $367 miljard bereiken tegen 2029. De sector groeit 2,7 keer sneller dan de totale kledingindustrie, wat een verschuiving in consumentengedrag aantoont. In 2024 groeide de tweedehands markt met 15 procent en beslaat nu 9 procent van de wereldwijde kledinguitgaven.
Tegen 2029 wordt een jaarlijkse groeivoet van 10 procent verwacht. De online doorverkoop speelt een grote rol in de groei en zal naar verwachting tegen 2029 bijna verdubbelen. Een recordaantal van 58 procent van de consumenten kocht in 2024 tweedehands kleding, vooral jongere generaties (18-44 jaar). Betaalbaarheid, duurzaamheid en een unieke stijl zijn belangrijke drijfveren. Onder jongere consumenten kijkt 48 procent nu eerst naar tweedehands kleding bij het winkelen. Steeds meer retailers erkennen het potentieel van het doorverkopen van kleding. Marktfragmentatie stimuleert innovatie, waarbij merken steeds vaker externe dienstverleners inschakelen. Sociale commercie, zoals Instagram en TikTok Shop, speelt een belangrijke rol in de tweedehands markt. Lees meer in het jaarlijkse Resale 2025 rapport van ThredUp.
Commentaar Rabobank: Het doorverkopen van kleding wordt gezien als een stabielere en duurzamere bron van voorraad, vooral gezien de groeiende zorgen over duurzaamheid. De tweedehands revolutie is aan een opmars bezig en zal de toekomst van de industrie mede vormgeven. Dat de tweedehandsmarkt 2,7 keer sneller groeit dan de totale kledingindustrie is een positief signaal, tegelijkertijd moeten we ons ook realiseren dat deze markt vooralsnog ‘slechts’ 9 procent van de wereldwijde kledinguitgaven uitmaakt. Een hoge jaar-op-jaar groei in een opkomende markt is dan ook sneller te realiseren dan in een volwassen sector. ‘De mode-industrie is een van de meest vervuilende industrieën op aarde. Alleen Nederland telt jaarlijks al zo'n 300 miljoen kilo aan afgedankte kleding’, volgens een artikel van de NOS. Het is dus noodzakelijk om niet alleen een hoge jaar-op-jaar groei vast te houden, maar vooral het marktaandeel van tweedehands binnen deze industrie te vergroten. Om een meer circulaire toekomst te bereiken, moet de mode-industrie sneller en efficiënter handelen. Dit omvat hogere vergoedingen voor inzamelaars, meer textielbakken, en striktere naleving en controle door de overheid. Daarnaast is bewustwording bij consumenten essentieel om de vraag naar duurzame mode te vergroten. Het zal een gezamenlijke inspanning van producenten, inzamelaars, overheid en consumenten vergen om de transitie naar een circulaire economie te kunnen realiseren.
In de Rabobank 'Sectorvisie Detailhandel non-food en de daarin beschreven transitiepaden is consumentengedrag een van de vijf belangrijke transities. In ons streefbeeld voor de sector richting 2040 leggen we uit dat ook de consument een belangrijke rol heeft in het verduurzamen van de maatschappij. Grootschalige voorlichtingscampagnes, educatieve programma’s en bewustmakingsinitiatieven kunnen consumptiegedrag positief veranderen en consumenten informeren en motiveren om bij te dragen aan een circulaire economie. Er ligt ook een kans in duidelijkere instructies over hoe producten het beste onderhouden, gerepareerd, hergebruikt en gerecycled kunnen worden om zo lang mogelijk mee te gaan.
De Richtlijn Sanctiemodel informatieplichten is recentelijk geüpdatet en biedt consumenten nu tot wel 60% korting bij schendingen van essentiële informatieplichten door handelaren. Dit geldt voor online webshops, dienstverleners met online inschrijfformulieren, ondernemers die via e-mail contracteren en deur-aan-deurverkopers. Essentiële informatieplichten omvatten onder andere: 1. Voornaamste kenmerken van de zaken of diensten, 2. Identiteit en adresgegevens van de handelaar, 3. Totale prijs van de zaken of diensten, 4. Wijze van betaling, levering en uitvoering, 5. Ontbindingsrecht (herroepingsrecht) en 6. Duur van de overeenkomst en opzeggingsvoorwaarden. Handelaren moeten deze informatie op een duurzame gegevensdrager (zoals pdf of e-mail) verstrekken. Bij niet-naleving kunnen consumenten een korting op de aankoopsom krijgen. De rechter kan ambtshalve sancties opleggen, zoals bepaald in het Arvato I-arrest. Daarnaast moet een handelaar die gebruikmaakt van een elektronisch bestelproces en een zogenoemde bestelknop voldoen aan de eisen die staan beschreven in artikel 6:230v lid 3 BW.
Commentaar Rabobank: De Richtlijn Sanctiemodel informatieplichten biedt een kader voor rechters om sancties op te leggen bij schendingen van essentiële informatieplichten door handelaren. Als een rechter vaststelt dat een handelaar essentiële informatieplichten heeft geschonden of een onjuiste bestelknop heeft gebruikt, kan hij ambtshalve een sanctie opleggen. Dit kan bijvoorbeeld een korting op de hoofdsom zijn.
De hoogte van de korting die de consument krijgt, is afhankelijk van het aantal schendingen: 1 tot 3 schendingen: 20% korting. 1 of 2 schendingen en onjuiste bestelknop: 40% korting. 3 of meer schendingen en onjuiste bestelknop: 60% korting. Rechters mogen gemotiveerd afwijken van het sanctiemodel, zowel naar boven als beneden.
Vanilia, een merk dat dertig jaar lang een prominente rol speelde in de modewereld, werd begin februari failliet verklaard. Dit gebeurde nadat een laatste poging tot een WHOA-akkoord met de schuldeisers in november 2024 mislukte. De vooruitzichten waren blijkbaar te slecht om het bankroet af te kunnen wenden. Michel Hulzebosch, de eigenaar die sinds 1991 aan het roer stond, gaf aan dat de schuldenlast die ontstond tijdens de coronacrisis en de daaropvolgende kostenstijgingen de belangrijkste oorzaken waren van het faillissement. Het bedrijf kon niet meer rendabel worden door de stijgende lonen, huren en inkoopprijzen. Ook Bax Music, specialist in muziekapparatuur, verkeert in zwaar weer. Het bedrijf leed in 2023 een miljoenenverlies en heeft in 2024 afspraken met de Belastingdienst over de terugbetaling van de coronaschuld niet nageleefd en moest eind 2024 het openstaande bedrag van 3,8 miljoen euro in één keer betalen. Dat haalde Quote uit het voorlopige jaarverslag over 2023: ‘Het bedrijf is in overleg met de Belastingdienst over een oplossing’. Retailexpert Frank Quix benadrukt dat het geen verrassing is dat coronaschulden bedrijven de das om kunnen doen. Hij zegt dat veel meer retailers met aanzienlijke schulden uit die periode kampen maar nuanceert daarbij het woord ‘coronaschulden’. Volgens Quix is er namelijk een groot verschil tussen de steunmaatregelen vanuit de overheid, zoals de NOW (Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid) die al dan niet terugbetaald moesten worden en de mogelijkheid voor bedrijven om de belastingbetaling uit te stellen. ‘Dat laatste zijn we ook coronaschulden gaan noemen, maar dat is eigenlijk gewoon tijdelijk geen belasting betalen. En omdat in de non-food retail 21 procent van de omzet bestaat uit BTW, terwijl het winstpercentage slechts 3 tot 6 procent is, kan dat levensgevaarlijk zijn. Het geld dat retailers tijdelijk niet betaalden aan belasting is een factor 3 tot 7 van hun winst, wat betekent dat ze een factor 3 tot 7 keer meer geld op hun rekening hadden dan hun winst. Dit geld kan weliswaar worden gebruikt om spullen te kopen, maar het was niet echt hun geld’.
Commentaar Rabobank: Vanilia is niet de enige kledingretailer die failliet is gegaan door de schuldenlast uit de coronatijd. Eerder werden andere moderetailers zoals Doek Retail, met winkels van Vero Moda, Vila en Pieces, en Score Group, bekend van Score en Chasin’, geraakt. Volgens de Bijzonder Beheer Barometer van PwC hadden eind vorig jaar 136 duizend Nederlandse bedrijven samen 7,3 miljard euro aan openstaande coronaschulden. Ook de retailsector wordt getroffen door de druk daarvan, gecombineerd met aanhoudende inflatie, oplopende kosten en geopolitieke spanningen. Herstructureringsexperts verwachten dat de retail een van de sectoren zal zijn met de hoogste instroom van bijzonderbeheerdossiers. In het eerste faillissementsverslag melden de curatoren dat ze ‘verdere mogelijkheden’ onderzoeken.
Nederlandse consumenten hebben in 2024 EUR 36 miljard online uitgegeven, een groei van 5% t.o.v. 2023. 12% van de online bestedingen gaat naar buitenlandse webshops, goed voor EUR 4,4 miljard (+12%) vanuit 41 miljoen aankopen (+4%). Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van de Thuiswinkel Markt Monitor, het onderzoek naar online consumentenbestedingen in Nederland.
π Het online aandeel van de aankopen (dus alle kassabonnetjes) is 10%.
π Het online aandeel van de bestedingen (dus de omzet in de kassa) ligt met 22% een stuk hoger.
π Het online totaalpercentage van 22% van de omzet is inclusief food en near-food, waarvan het online aandeel in de omzet slechts ongeveer 8% is.
π Het online aandeel in non-food is dus veel hoger dan 22% en varieert sterk per deelsector.
De groei van het omzetaandeel online is vooral te danken aan de consument, waarbij gemak een belangrijke rol speelt in veranderend consumptiegedrag. Online winkelen wordt steeds sneller, gemakkelijker, aantrekkelijker en persoonlijker, terwijl veel winkels en winkelgebieden hier onvoldoende toegevoegde waarde tegenover zetten. Als de taart over meer partijen verdeeld moet worden is het voor bestaande spelers per definitie moeilijker om succesvol te zijn in deze verdringingsmarkt.
We doken met plezier weer eens diep in de cijfers rondom aantallen winkels en winkelmeters en de impact van online op stenen winkels. Nog meer diepgang en details delen we in ons rapport ‘In 15 jaar tijd verdween 30% van de stenen non-food winkels…’. Hier alvast een korte samenvatting:
Er is echt wat aan de hand met de stenen winkel, zeker in non-food…
Er verdwenen bijna 27.000 winkels. Bijna een kwart van het totaal
De bewegingen van winkelmeters en aantallen verkooppunten in zowel food als de periferie maskeren de stevige daling van het aantal kleinschalige non-food retailers en food specialisten in de binnensteden en kernen van ons land. Het in analyses door elkaar heen mengen van de sectoren food en non-food kan zorgen voor verwarring en ondernemers die denken dat er niks aan de hand is wellicht onterecht in slaap sussen.
Het aantal stenen winkels nam vanaf het hoogtepunt in 2010, toen er nog 108.436 food en non-food winkels waren, af met ruim 27.000 winkels. Bijna een kwart van het totale winkelbestand in 2010. Dat blijkt uit de database van Locatus. Deze telt op 1-1-2025 81.410 stenen food en non-food winkels. Ook in 2024 sloten helaas weer een fors aantal, ruim 2.000, winkels de deuren.
De afname van het totaal aantal fysieke winkels tussen 2010 en 2025 is uiteraard veel groter, zeker in non-food. In een tijdsbestek van 15 jaar zijn bijna 26.000 non-food winkels en ruim 1,6 miljoen non-food winkelmeters verdwenen.
Winkelmeters stabiel maar duidelijke verschuiving van non-food naar food
Het totaal aantal winkelmeters is in bovenstaande periode redelijk stabiel gebleven en is nu ongeveer 27,1 miljoen.
De relatief kleine daling van slechts 300.000 winkelmeters in 15 jaar wordt per saldo veroorzaakt doordat het aantal winkelmeters in food retail met ruim 25% toenam van een kleine 4,7 miljoen naar ruim 5,9 miljoen. En die groei in food retail meters komt vrijwel compleet uit de toegenomen meters van supermarkten die sinds 2010 ruim 1,2 miljoen winkelmeters hebben toegevoegd (+34%).
Het aantal supermarkt meters steeg met 1,2 miljoen. Non-food daalde met ruim 1,6 miljoen
In non-food daalde het aantal winkelmeters met maar liefst ruim 1,6 miljoen van 22,7 miljoen naar 21,2 miljoen. Een krimp van ongeveer 7%. Op basis van gemiddelden zijn stenen non-food winkels daarbij zo’n 30% groter geworden. Echter, de gemiddelde groei in meters per winkel wordt vooral veroorzaakt door winkelmeters in de 'buitensteden'. In de periferie en op bijvoorbeeld meubelboulevards heeft een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Een nieuwe Hornbach voegt zo maar 20.000 winkelmeters toe en compenseert daarmee de sluiting van misschien wel 100 kleinere winkels van gemiddeld 200 vierkante meter in de binnensteden en dorpskernen van ons land. Gemiddeld cijfermatig lijkt er dan weinig aan de hand, terwijl de effecten in onze binnensteden wel degelijk duidelijk zichtbaar zijn.
Populariteit van online shoppen blijft toenemen
Volgens het onderzoek ICT-gebruik van huishoudens en personen van het Centraal Bureau voor de Statistiek in de eerste helft van 2024, gaf 81 procent van de bevolking van 12 jaar of ouder aan iets online te hebben gekocht. Dat is het hoogste percentage in de afgelopen 10 jaar en zelfs hoger dan tijdens de coronapandemie, toen fysieke winkels dicht waren en online winkelen een enorme boost kreeg.
Krimp online omzetaandeel was van korte duur
In 2023 waren e-commerce critici ervan overtuigd dat e-commerce op zijn retour was. Wij zagen en zien dat toch anders. De omzetkrimp in 2022 kan en mag niet los gezien worden van de enorme groei die e-commerce doormaakte tijdens de coronaperiode (2020-2022). Toen de winkelstraten weer opengingen, was het logisch dat een deel van de omzet terug zou vloeien naar de stenen winkels. Die hebben nu eenmaal een belangrijke plek in onze samenleving en vervullen specifieke behoeftes van consumenten die online moeilijk te kopiëren zijn. Dat laat echter onverlet dat naar onze mening e-commerce als totaal nog niet uitgegroeid is. Met de opkomst van nieuwe toetreders (o.a. uit China) en de continue ontwikkelingen op technologisch vlak (o.a. generatieve AI) verwachten wij dat de groei er voorlopig nog niet uit is.
Grote verschillen tussen online omzetaandeel in food en non-food retail
Het online aandeel van alle aankopen (dus alle kassabonnetjes) is 10%, maar het aandeel van de bestedingen (dus de omzet in de kassa) ligt met 22% veel hoger. En dit percentage van 22% is inclusief food en near-food, waarvan het online aandeel in de omzet slechts ongeveer 8% is. Het online aandeel in non-food is dus veel hoger dan 22% en varieert sterk per deelsector.
Het is belangrijk om onderscheid te blijven maken tussen food/near-food en non-food in analyses over online omzetaandelen, omdat e-commerce veel meer invloed heeft op non-food sectoren dan op food/near-food sectoren. Retail Insiders schat de omvang van food retail op EUR 67 miljard (2023) en non-food retail op EUR 61,5 miljard (2023). Qua fysieke retail zijn deze sectoren qua marktomvang dus ongeveer gelijk. Thuiswinkel schat de online bestedingen in food/near-food op EUR 4,25 miljard van het totaal van EUR 21,4 miljard aan online productbestedingen. Dat betekent dat de overige EUR 17,15 miljard online aan non-food producten wordt besteed. Conclusie: er wordt online dus vier keer meer aan non-food producten uitgegeven dan aan food/near-food.
De impact hiervan is dan ook goed zichtbaar in de winkelstraten. Onder andere in de sectoren IT, Schoenen & Personal Lifestyle en Telecom ligt het omzetaandeel online op de totale retail bestedingen per branche al boven de 50%. Voor producten in de categorieën Consumenten Elektronica, Speelgoed, Huishoudelijke Elektronica en Kleding ligt dit percentage tussen de 40-50% van de totale retail bestedingen per branche (Thuiswinkel Markt Monitor). Het is dus niet vreemd dat juist stenen winkels van retailers actief in deze productgroepen uit het straatbeeld verdwijnen.
Er wordt online 4 keer meer uitgegeven aan non-food dan aan food
Groeiende omzetten maar stabiliserende marktaandelen
Het vooruitzicht voor stenen winkels is niet per se negatief door de verschuiving naar online. Het aandeel van de online omzet in de totale retail uitgaven is in 2024 redelijk stabiel gebleven ten opzichte van 2023, wat kan wijzen op een stabilisatie in de markt. Fysieke winkels blijven waardevol, vooral voor klanten die producten willen zien, aanraken en direct meenemen, en bieden een sociale ervaring die online shoppen niet kan bieden. Er lijkt een nieuwe balans te ontstaan tussen online en offline winkelen, waarbij beide kanalen elkaar aanvullen. Dit kan goed nieuws zijn voor winkels met een fysieke locatie, vooral voor diegenen die inzetten op zowel online als offline verkoop. Consumenten lijken een balans te hebben gevonden in welke producten ze via welk kanaal willen kopen. Maar winkels kunnen niet achteroverleunen, omdat consumenten veeleisend blijven en technologische ontwikkelingen in e-commerce gericht zijn op het aantrekken van klanten naar online shoppen. Voor e-commerce spelers kan een stabilisatie betekenen dat het moeilijker wordt om nog meer omzetaandeel af te pakken, wat kan leiden tot meer concurrentie, zeker door nieuwe spelers zoals Temu en Shein. Dit kan goed zijn voor consumenten door betere prijzen en innovatie, maar het zet meer druk op de bedrijfsvoering en winstgevendheid van e-commerce bedrijven.
Cross-border
De behoefte aan gemak zal verder toenemen. Daarbij past een verdere verschuiving van winkelstraten naar online aankopen. Met name grote (internationale) online platforms en verkoop vanuit sociale media zullen een steeds grotere rol spelen vanuit groot bereik, een groot assortiment, lage prijzen en snelle levering. China heeft Duitsland ingehaald als het gaat om cross-border aankopen door Nederlandse consumenten, vooral vanwege de lage prijzen van Chinese aanbieders.
Er is veel discussie over de kwaliteit en veiligheid van deze producten. Hoewel we dat zeker niet willen negeren (er wordt ook veel rommel verkocht), is het uitschakelen van de Europese tussenhandel een belangrijk voordeel voor Chinese aanbieders om prijzen lager te kunnen houden. In een globaliserende wereld kunnen producenten en merken, ook uit andere landen, consumenten zelf bereiken en bedienen. Dat heeft gevolgen wanneer je als retailer producten importeert om hier met marge door te verkopen en zet een nieuwe norm voor prijs- en waardeperceptie.
Voor de Europese detail- en groothandel zijn dit ongewenste ontwikkelingen. Daarom krijgt dit onderwerp veel aandacht van brancheorganisaties en de politiek. Ook de consument heeft echter een belangrijke rol in verduurzaming.
Een nieuwe balans als nieuw ‘normaal’?
Sectormanager Olaf Zwijnenburg gaat in een interview met vakblad ERM (ElektroRetailMagazine) ’Toekomst vraagt om heroverweging van diepgewortelde overtuigingen’ in op de vragen: Wat houdt de functie van Sectormanager in? Wat fascineert jou zo aan retail? Welke ontwikkelingen zijn de laatste decennia het meest opgevallen? En welke belangrijke transities zijn in de nabije toekomst te verwachten? Filosofeer eens over hoe retail er in pakweg 2035 zowel wereldwijd als lokaal voor zal staan? Hij mocht daarnaast reflecteren op zijn jeugd binnen een ondernemersgezin en persoonlijke reis de afgelopen ruim 30 jaar waarin hij zich heeft kunnen bewapenen met uitgebreide B2C-, B2B- en D2C-ervaring als directeur van bekende (internationale) retailers en merken, vaak tijdens zware periodes van verandering en disruptie. Niet geheel toevallig komen de beschreven streefbeelden, transitiepaden en vijf belangrijke transities overeen met de Rabobank Sectorvisie op de Detailhandel non-food richting 2040 waarin we uitleggen dat de dynamische detailhandel nu én in 2040 een belangrijke bijdrage levert aan onze economie en de vitaliteit en leefbaarheid van Nederlandse centrumgebieden.
Schaarste aan arbeid, ruimte en grondstoffen ligt op de loer
Tijdens het 'Locatus-retailcongres: Retail – van toen naar morgen' namen we in 20 minuten en een heel hoog tempo de zaal mee in 50 jaar retail waarin we eerst 30 jaar terugkeken en vervolgens 20 jaar vooruit. Gedeeld werden de drie grootste veranderingen in de retail van de afgelopen dertig jaar, Rabobank's sectorvisie op de toekomst van de online en fysieke detailhandel richting 2045 en de vijf belangrijke transitiepaden op weg daar naartoe. Quote: ‘Transities en veranderingen mogen niet onderschat worden, en als ondernemer is flexibiliteit essentieel. Innovatie is geen garantie voor succes, maar géén innovatie is een garantie voor mislukking'. Heel cool dat FashionUnited's Caitlyn Terra daar vervolgens op terugblikt in ‘Retailcongres Locatus: Retail blijft in verandering, dus kom in actie’ π. Dat geldt ook voor vakblad Vastgoedmarkt.nl en het artikel ‘Duurzaamheid zit niet in dna retailer'. Tijdens het retailcongres ter ere van het 25-jarig bestaan van Locatus werd gesteld dat duurzaamheid in de retailsector naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Volgens Gertjan Slob, directeur Onderzoek bij Locatus, is ‘Innovatie belangrijker dan duurzaamheid in retail’ en staat innovatie veel hoger op de agenda van retailers dan duurzaamheid. Hij stelt dat er vaak sprake is van greenwashing en dat echte verduurzaming slechts bij een beperkt aantal bedrijven in het dna zit. Olaf Zwijnenburg van Rabobank was het daar niet mee eens en verwacht dat retailers in 2040 volledig verduurzaamd zijn.
Stilstand is achteruitgang
In een interview met het NRC ‘Gaat de gamewinkel de videotheek achterna?’ leggen we uit dat in bijna alle soorten winkels die géén voeding verkopen eigenlijk hetzelfde speelt. Alleen maar naar de winkel gaan om iets te kopen, doen mensen vaak niet – dat kunnen ze ook gewoon vanuit huis. Je moet dus iets speciaals doen. Ook is het niet zo dat 'de kleintjes het altijd beter kunnen'. Doorgaans heb je als keten meer overlevingskans omdat je beter kan manoeuvreren. Tenzij je het als nichezaak echt gewoon goed doet zoals bijvoorbeeld woonwinkel SPEKTAKEL in Amersfoort die bomvol rare dingen zit die je nergens ander vindt en die recent door brancheorganisatie INretail werd uitgeroepen tot leukste winkel van het jaar. Voor een spectaculaire mix van oude meubels en accessoires en trendy nieuwe merken willen consumenten hun schaarse vrije tijd zeker nog uittrekken. Er staat maar een klein gedeelte van het aanbod van de ruime winkel van bijna 1.000m2 op de website.
Geen rijen gamers meer
In een interview met het CNV Ledenmagazine 'Werk & Co' ‘Help! De winkelstraat loopt leeg’ gaan we in op uitdagingen en kansen voor de winkelstraat. De opkomst van nieuwe en het verdwijnen van oude winkelconcepten zijn inherent aan de markt. Het zorgt bovendien voor de nodige vernieuwing en verfrissing van de winkelstraat. De omzet die vrijkomt door het faillissement van een grote speler, verdwijnt niet ineens uit de markt. Juist door het wegvallen van bepaalde merken blijven er volop kansen voor kleine zelfstandige winkels en nichespelers. Zolang ze maar onderscheidend zijn in hun aanbod én een echte relatie met de klant opbouwen. De klant centraal stellen is voor stenen winkels belangrijker dan ooit om de concurrentie met online aan te kunnen. Vakbekwame verkopers zijn daarbij onmisbaar. Ze moeten bezoekers die de moeite nemen het huis te verlaten en door het verkeer rijden om een parkeerplaats te vinden en in een winkel spullen te komen bekijken, omarmen. Winkeliers moeten talent aannemen dat bereid is te leren, zelfstandig kan denken en klanten blij kan maken. Dankzij die menselijke betrokkenheid zullen klanten meer artikelen met een hogere marge kopen.
Help! De winkelstraat loopt leeg
In een reactie op de LinkedIn post ‘Waarom het meevalkt met de winkelleegstand in Nederland’ herhaalden we nog maar eens keer dat het combineren van 'food' en 'non-food' en 'centrumgebieden' en 'buitensteden' in discussies over winkelleegstand zorgt voor verwarring over wat er echt aan de hand is met de stenen winkel. En dat zag ook vakblad Wonen360. Nogmaals: tussen 2010 en 2024 nam het aantal winkels af van 108.436 naar ongeveer 83.500. Dit betekent een daling van bijna 25.000 winkels, oftewel een kwart van het totaal. Het opvallende is dat deze daling vooral plaatsvond in denon-food sector, waar bijna 23.700 winkels verdwenen. Tegelijkertijd groeide het aantal supermarkten, mini-supers en slijterijen. En terwijl het totaal aantal vierkante winkelmeters stabiel is gebleven rond de 27,4 miljoen, heeft er wel degelijk een verschuiving plaatsgevonden. De winkeloppervlakte van supermarkten groeide met 26%, terwijl de winkelmeters in de non-food sector met 5% afnamen. Een groot deel van de winkelmeters is bovendien verschoven naar buitensteden en meubelboulevards, waar schaalvergroting een belangrijke rol speelt.
In een interview met De Ondernemer ‘De discounter rukt op door faillissement Blokker en hoge inflatie’ gaan we in in op het succes van discountketens. Hoe hoger het deal-gehalte, hoe eerder de consument komt en koopt. De prijzen in andere winkels gaan omhoog, maar de discounters weten juist de prijzen laag te houden. Discounters kopen direct en groot in, pakken ze restpartijen mee en gebruiken tijdelijke outlets om klanten aantrekkelijke deals te bieden. Ook geven discounters weinig aan marketing uit en is de inrichting van de winkels niet luxe en vaak een beetje rommelig.
Discounters groeien in Nederland
In een ander interview met de Volkskrant over ‘Hoe discountketens de winkelstraten veroveren’ beschrijven we dat inflatie steeds meer Nederlanders naar discounters drijft. Die hebben duidelijk een streepje voor tijdens economische onzekerheid.. Naar een discounter gaan voelt een beetje als schatzoeken. Veel mensen ervaren een gevoel van opwinding en voldoening wanneer ze onverwachte koopjes vinden tegen lage prijzen. Discounters hebben vaak een wisselend assortiment, waardoor klanten nooit precies weten wat ze kunnen verwachten. Dit creëert een gevoel van avontuur en nieuwsgierigheid. Tegelijkertijd groeit hierdoor de druk om te verduurzamen: want juist de middenklasse hecht daar waarde aan.
Hoe hoger het deal-gehalte, hoe eerder men komt en koopt
Ook RTV Oost nam contact op over discounters en schreef ‘Inflatie jaagt ons naar de discounter en daar profiteert dit Denekamps bedrijf flink van’. Sommige discountketens hebben een negatief imago als het om duurzaamheid gaat. Shoppen bij de discounter kan leiden tot overconsumptie: je koopt veel meer dan eigenlijk de bedoeling was. Maar toch kunnen discounters een positieve bijdrage leveren aan verduurzaming. Op dit moment is duurzaamheid voor discounters nog een reputatieprobleem. Mensen denken dat het, doordat het goedkoop is, wel slecht moet zijn voor het klimaat, maar dat is niet altijd zo. Die Grenze voorkomt verspilling door restpartijen op te kopen en een tweede leven te geven, terwijl grote spelers zoals Action hun marktmacht kunnen gebruiken om duurzamere productie- en transportmethoden af te dwingen. Denk bijvoorbeeld aan gebruik van herbruikbare en recyclebare verpakkingen en het selecteren van milieuvriendelijke materialen. Naast bovenstaande interview met Rutger Borgerink belden ook Marcel & Bastiaan van RTV Oost Radio vroeg in de ochtend om verder te kletsen over discounters als Medikamente Die Grenze. Beluister dat interview vanaf 46.25.
De druk om te verduurzamen groeit. Juist de middenklasse hecht daaraan
In een blog voor de vakbladen van Qumedia - WTM (Woon Trend Magazine), KIM (Keuken- en Interieur Magazine), STS (Sanitair- en Tegelspecialist) en ZVM (Zonvak Magazine) - ‘Het digitale productpaspoort: transparantie of bureaucratie?’ de lezer uit om goed na te denken over de impact van het Digitale Product Paspoort (DPP). Vanaf 2027 moeten diverse producten in de EU beschikken over een DPP. Is dat nu een hulpmiddel of een paardenmiddel? Door het DPP niet alleen als een duurzaamheidsrapportagetool te zien, maar ook als een middel om waarde toe te voegen voor de consument, kan het een commercieel succes worden. Dan kan het DPP bijdragen aan de broodnodige innovatie en verduurzaming binnen de markt'.
Het DPP heeft zeker potentie
In een interview met de NOS ‘Trumps heffingen zetten Europese producten in schijnwerper bij EU-consument’ gaan we in op het sentiment van groeiende onvrede over de Amerikaanse politiek in Europa. Acties bereiken door sociale media binnen een mum van tijd een groot publiek. Dat kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben. Er ontstaat ineens in een heel hoog tempo een beweging in Europa om Amerikaanse producten te boycotten als reactie op recente politieke beslissingen van Trump. Je moet de macht van de klant niet onderschatten. Consumenten verwachten tegenwoordig veel meer van merken dan alleen goede spullen. Ze willen ook weten hoe hun favoriete merk in politieke en maatschappelijke discussies staat.
Huismerk is doorgaans Europees
In een interview met vakblad Interior Business Magazine bespreken we 'De geheimen van succesvolle woonwinkels: hoe ze floreren op de woonboulevard'. We moeten ervoor zorgen dat de buitenstad een waardevolle aanvulling blijft op de binnenstad, zonder die te kopiëren. Dit vereist slimme investeringen en regionale afstemming. Toekomstgericht werken betekent ook kijken naar veranderende consumentengedrag. Hoe houden we de interesse van consumenten vast in een wereld vol afleiding? Dit vereist creativiteit, innovatie en een scherpe focus op de klant. Alleen zo blijven winkels relevant.
Woonboulevard trekpleister
De nieuwste Rabobank ‘Sectorprognoses maart 2025: zorgen om geopolitieke ontwikkelingen, maar arbeidstekort meest nijpend voor bedrijven’ zijn gepubliceerd. We verwachten sterke groei in de dienstensectoren, terwijl de productiesectoren wisselend presteren. Voor de detail- en groothandel verwachten we stabiliteit en groei in 2025 ondanks uitdagingen. Hoewel het consumentenvertrouwen nu lager is dan vorig jaar rond deze tijd, zien we dit nog niet terug in de omzetcijfers van de detailhandel. Voor veel deelsectoren binnen de detailhandel is het nieuwe jaar goed begonnen met hogere omzetten vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De lage werkloosheid en de loonstijgingen van de afgelopen jaren zorgen ervoor dat consumenten blijven uitgeven. Dit lijkt voorlopig niet te veranderen. Ook zien we dat de seizoenspatronen in 2024 in de meeste detail- en groothandelssectoren weer 'normaal' zijn geworden als we de indexcurves vergelijken met de jaren 2018 en 2019 (voor corona). Dit jaar lijkt dan ook een relatief 'normaal' handelsjaar te worden, waarin de omzetontwikkeling iets voorspelbaarder zou moeten verlopen. Natuurlijk blijft er grote onzekerheid door de geopolitieke spanningen die de internationale handel zomaar weer kunnen verstoren.
Lees vooral onze doorkijk naar 2040 voor de Nederlandse supermarktsector: Supermarkten in 2040. Sinds 2004 hebben supermarkten veel marktaandeel gewonnen, vooral ten koste van voedingsspeciaalzaken. Ondanks investeringen in gemak, assortiment en openingstijden hebben supermarkten relatief weinig extra omzet en marges gerealiseerd. Dit komt omdat ze ook flink hebben geïnvesteerd in goedkopere boodschappen. De supermarkt blijft in 2040 het belangrijkste verkoopkanaal voor voedingsmiddelen in Nederland, maar de komende jaren zal de concurrentie tussen supermarkten heviger worden. De snelle(re) groei van andere verkoopkanalen, zoals online en maaltijdbezorging, verhoogt de noodzaak voor supermarkten om na te denken over andere omzetbronnen en om nog meer te investeren in operationele efficiëntie. De markt is – meer dan in de afgelopen twee decennia – een verdringingsmarkt, waarbij marktaandeelwinst voor de ene formule of vestiging ten koste gaat van de andere. Schaalvoordelen en aanpassingsvermogen zullen cruciaal zijn voor het succes van supermarkten in de toekomst. De trend van consolidatie zal doorzetten, waarbij minder succesvolle formules én winkels verdwijnen, en de best aangepaste spelers overblijven. Meer weten?